Brugklas regulier
In de reguliere stroom krijg je les in 15 afzonderlijke vakken in lessen van 45 minuten. De praktijkvakken (muziek, handvaardigheid, tekenen, PMO en lichamelijke opvoeding) worden in de brugklas in blokken van twee lessen gegeven. De lesstof bieden we op diverse manieren aan. In het algemeen start de les met een instructie of uitleg waarna je verder gaat met (keuze)opdrachten, practica en huiswerk. Je werkt vooral individueel, maar er wordt ook gewerkt in duo’s en groepen.
Belangrijke uitgangspunten bij de reguliere havo/vwo-stroom zijn dat je:
-
- op zoek gaat naar de verbinding tussen de theorie zoals die wordt aangereikt in de vakken en de vertaling naar de praktijk. Dit stelt je in staat om zelfstandig verbanden te leggen met de wereld om je heen.
- in alle vakken naast kennis ook analytisch en creatief denken oefent. De meeste havo/vwo-leerlingen willen immers na de middelbare school doorstromen naar het hbo of de universiteit en dan zijn dit belangrijke vaardigheden.
- les krijgt op havoniveau en wordt uitgedaagd op vwo-niveau.
Doorstroom in de onderbouw
In het voorjaar krijgen alle leerlingen een doorstroomadvies. Het grootste deel van de leerlingen uit de havo/vwo-brugklassen (regulier én Accent) stroomt door naar 2 havo/vwo, een deel stroomt door naar 2 atheneum of 2 gymnasium.

Accent
Leerlingen met een havo-, havo/vwo- of vwo-advies kunnen kiezen voor Accent. Deze onderwijsvorm werkt volgens de onderstaande onderwijskundige uitgangspunten:
- Activerende leeromgeving met het accent op samenwerkend en zelfstandig leren
- Betekenisvolle en authentieke contexten: in groepjes werken vanuit thema’s en oplossen van problemen uit de samenleving
- Leren door interactie en reflectie op wat en hoe er is geleerd
Een deel van de vakken in Accent wordt in de vorm van leergebieden aangeboden. Een leergebied bestaat uit meerdere, gerelateerde vakken die een aantal uur aaneengesloten worden aangeboden. De leergebieden zijn:
- Bèta: natuurwetenschappen (natuurkunde, scheikunde, biologie en techniek)
- Gamma: mens- en maatschappijvakken (aardrijkskunde, geschiedenis en economie)
- Delta: creatieve vakken (tekenen, handvaardigheid en muziek)
De vakken wiskunde, Nederlands, Engels, Frans, Duits en lichamelijke opvoeding worden als individueel vak aangeboden, dat wil zeggen dat ze niet onder een hierboven genoemd leergebied vallen. In de leergebieden wordt met meerdere klassen en docenten naast elkaar gewerkt.
Accent kan alleen in de eerste drie leerjaren van de onderbouw worden gevolgd, daarna stromen de leerlingen door naar het vierde leerjaar regulier.

Bovenbouw
Leerjaar 3
In dit jaar kies je, met ondersteuning van de decanen en de mentor, je vakkenpakket aan de hand van een profiel. Er zijn vier profielen met kenmerkende verplichte vakken en keuzevakken:
• Cultuur en Maatschappij (CM)
• Economie en Maatschappij (EM)
• Natuur en Gezondheid (NG)
• Natuur en Techniek (NT)
Leerjaar 4
In de bovenbouw is de groepssamenstelling anders dan de onderbouw. Daarom start je de eerste schoolweken van dit schooljaar in mentorgroepen met teambuildingsactiviteiten.
Je volgt lessen van verschillende vakken in wisselende samenstellingen omdat je verschillende vakkenpakketten kan kiezen. Deze groepen noemen we clustergroepen. Slechts enkele vakken volg je nog met je mentorklas/stamklas. Een heel verschil dus ten opzichte van de onderbouw.
Vanaf de vierde klas tot het eindexamen behoud je zoveel mogelijk dezelfde mentor. Deze helpt en begeleidt je bij je eerste kennismaking in het vervolgonderwijs in het hbo en wo.
In het kader van deze loopbaanoriëntatie en -begeleiding, ook wel LOB genoemd, worden allerlei activiteiten ondernomen. Zo gaan leerlingen in 4 havo en 4 en 5 vwo bijvoorbeeld op bezoek bij onderwijsinstellingen in het hoger onderwijs.
